Vaste lasten in 2021 omhoog

Elk jaar is 1 januari het moment dat er financiële veranderingen plaatsvinden die van invloed zijn op je portemonnee. De Vastelastenbond brengt in kaart welke financiële wijzigingen er komend jaar voor jou belangrijk zijn. Wat betekent dit voor jouw vaste lasten in 2021? We geven alle wijzigingen weer, zodat je komend jaar weet waar je aan toe bent. Klik op één van de onderwerpen en ga direct naar de prijswijzigingen voor 2021. 

• Hypotheek en huur 2021
• Gas en licht (energierekening)
• Water
• Lokale heffingen
• Telefoon of internet kosten
• Woonverzekeringen
• Zorgkosten
• Kinderopvang
• Vervoer

In 2021 ligt het modale inkomen op 2.778 per maand. Dat is een stijging van het nettosalaris met 45 euro per maand. De stijging van 2 procent komt door lagere belastingen en een hogere arbeidskorting. Daar staat tegenover dat ook de vaste lasten volgend jaar hoger zijn. Het is verstandig om zodra er iets wijzigt in je persoonlijke situatie een begroting te maken. Download ons financieel overzicht. 
 

Vaste lasten berekenen [PDF] 

Hypotheek en huur per maand in 2021

De gemiddelde hypotheek bedraagt 360.000 euro. In 2021 telt het tweede inkomen voor 90% (i.p.v. 80%) mee bij het berekenen van de maximale hypotheek. Daarmee lijken tweeverdieners volgend jaar meer te kunnen lenen dan dit jaar. De gemiddelde bruto hypotheek is ongeveer 705 euro per maand. Of je hypotheeklast volgend jaar stijgt of daalt, hangt af van een aantal factoren: 

• Starter of doorstromer
• Belastingschijf
• Eigen woningforfait
• Looptijd hypotheek 
• Rente
• Hypotheekrente aftrek

Het is gebruikelijk dat netto hypotheeklast jaarlijks met 1,9 procent stijgt. Door de verminderde aftrek van de hypotheekrente, stijgen de netto hypotheeklasten. Volgend jaar zal de starter gemiddeld een tientje per maand meer betalen. Een doorstromer betaalt in 2021 ongeveer 5 euro per maand meer.

Huurwijzigingen 2021

In de sociale huursector mag de kale huur bij aanvang niet hoger liggen dan 737,14 euro per maand. De gemiddelde huurprijs ligt in de vrije sector tussen 961 en 1.550 euro per maand. Afhankelijk van waar je woont. Anders dan bij de hypotheek van een koopwoning, krijg je als huurder te maken met een jaarlijks wijzigend huurbeleid. Het huurbeleid in 2021 is op dit moment (15 december) nog niet definitief, want de Tweede en Eerste Kamer moeten nog instemmen met een aantal wetsvoorstellen. Dit is al wel definitief:

• In 2021 is het mogelijk om een tijdelijke huurkorting af te spreken met je verhuurder
• Ook wordt er een eenmalige huurverlaging verplicht voor huishoudens in een sociale huurwoning die relatief te duur wonen

De toegestane maximale huurverhoging per woning

In 2021 geldt een maximale huurverhoging van inflatie + 1% per woning. Het probleem is alleen dat het inflatiepercentage voor 2021 nog niet bekend is. De inkomensafhankelijke huurverhoging zal in 2021 grotendeels hetzelfde zijn. Je kan hier je huurverhoging berekenen.

Gas en licht (energierekening) naar verwachting 20 euro hoger

Energiekosten zijn een steeds groter onderdeel van de vaste lasten. Gas wordt volgend jaar duurder. De energieprijzen worden op 1 januari weer aangepast. Belastingen op energie stijgen licht. De verwachting is een stijging van 11 procent op de gasprijs en 4 procent stijging op de stroomprijs. Het vergelijken van energie is dan ook echt de moeite waard. Nieuwe klanten worden door energiebedrijven fors beloond met een welkomstbonus. En door over te stappen van een vast naar een variabel tarief valt er op jaarbasis gemiddeld zo'n 300 euro te besparen. In 2021 is een gemiddeld gezin tussen de 20 en 50 euro per maand meer kwijt aan de energierekening. 

Water

Een twee persoonshuishouden betaalt voor het water ongeveer 15 euro per maand. Een vierpersoonshuishouden is ongeveer 21 euro per maand kwijt aan de waterrekening. In 2021 zal de waterrekening met een kleine 2 euro stijgen. Hoeveel je betaalt voor je water is afhankelijk van de regio waar je woont. Je kan hier de waterprijzen voor 2021 vinden. 

Lokale heffingen (gemeentelijke woonlasten) fors omhoog

Het is je vast niet ontgaan dat je volgend jaar meer betaalt aan lokale woonlasten. Als huiseigenaar betaal je in 2021 gemiddeld 820 euro aan de gemeente. Dat is 54 euro meer dan vorig jaar. Er gaat 311 euro naar de ozb, 293 euro naar de afvalstoffenheffing en 216 euro naar de rioolheffing. Gemeentelijke woonlasten bestaan uit. 

• Eigenwoningforfait (inkomstenbelasting)
• Onroerendezaakbelasting (ozb)
• Gemeentelijke waterschapsbelasting (riool- en afvalstoffenheffing en waterschapslasten)
• Eventueel bouwleges (worden in 2021 goedkoper)

Verschillende belastingen en heffingen zijn gebaseerd op de WOZ-waarde van de woning. Onroerendezaakbelasting stijgt gemiddeld 3,2 procent, en afvalstoffenheffing gaat ca. 7,5 procent omhoog. Hoe dat komt lees je hier. 

Telefoon of internet kosten

Providers wijzigen op verschillende momenten hun abonnementstarieven, maar de meeste telecombedrijven verhogen in juli de tarieven. Per 1 januari 2021 voeren ze de inflatiecorrectie door. Het inflatiepercentage dat is vastgesteld door het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) is volgend jaar 1,6%. Dat betekent dat als je gemiddeld 50 euro per maand betaalt, je per 1 januari 80 cent per maand meer gaat betalen. Je kan op de website van je provider terug vinden of jouw provider in januari 2021 een inflatiecorrectie doorvoert. 

De verwachting is dat de tarieven per 1 juli 2021 nog een keer verhoogd worden. Providers moeten de komende jaren flink investeren het aanleggen en verbeteren van netwerken en de infrastructuur. 

Woonverzekeringen stijging 4%

De premie voor de inboedel- en opstalverzekering stijgt al vijf jaar op rij. Dat komt door de toenemende schades door storm en andere klimaatwijzigingen. Het lijkt dus onvermijdelijk dat de premies voor schadeverzekeringen, waaronder de woonverzekering, omhooggaan. Er zijn nog geen concrete premies voor 2021 bekend. In Nederland betalen we gemiddeld 35 euro per maand voor de woonverzekeringen (opstal, inboedel en aansprakelijkheid). Bij een verwachtte stijging van 4% is dat een premiestijging van 16 euro op jaarbasis. De autoverzekering zal enigszins gelijk blijven. Daar is juist het aantal schades afgenomen, waardoor verzekeraars zich niet genoodzaakt voelen om de premie te verhogen. 

Zorgkosten

In 2021 is iedereen meer kwijt aan de zorgverzekering. Ben je alleenstaand, dan betaal je gemiddeld 30 euro meer. jonge gezinnen zijn 60 euro meer kwijt en 60 plussers betalen volgend jaar bijna 118 euro meer aan zorgpremie. De goedkoopste zorgverzekering voor 2021 is 85 euro per maand. Het verschil tussen de duurste en goedkoopste basisverzekering is 504 euro per jaar. Opvallend is dat steeds meer mensen overstappen van zorgverzekering en daarbij kiezen voor een verhoogd eigen risico van 885 euro, om een premiekorting te krijgen. Dat levert ongeveer 26 euro op. 

Kinderopvang

Kinderopvang wordt duurder. Daar staat ook tegenover dat je meer kinderopvangtoeslag krijgt. Hoe dat zit kun je lezen op de website van de Rijksoverheid. 

Vervoer wordt duurder

Per 1 januari 2021 zullen er verschillende tarieven van kaartjes, abonnementen en het tarief van de OV-chipkaart wijzigen. In 2021 stijgen de OV- tarieven gemiddeld met 0,91 procent. Bij de NS wordt het OV voor de 2e klas enkele reis en dagretour 1,5 % duurder en de 1e klas zelfs 2,6 procent. Ook het basistarief (tarief dat je betaalt aan het begin van de reis per bus, tram of metro) gaat omhoog van 98 naar 99 cent.

Woonlasten huurders en eigenaren

De totale woonlasten zijn verschillend opgebouwd voor huurders en eigenaren. Voor huurders zijn de netto woonuitgaven de bruto huur (min huurtoeslag) plus de bijkomende woonuitgaven. Voor woningeigenaren zijn de netto woonuitgaven de bruto hypotheeklasten, en de bijkomende kosten van de OZB belasting, opstalverzekering en onderhoudskosten, minus de hypotheekrenteaftrek en eigenwoningforfait.

Huishoudens, jonger dan 35 jaar, met een koopwoning hebben relatief hogere woonlasten dan oudere woningeigenaren. Bij jonge huishoudens gaan 30 tot 35 procent van het inkomen op aan woonlasten (woonquote), terwijl woningeigenaren van 45 jaar of ouder gemiddeld 28 procent van hun inkomen aan woonlasten besteden. 

Bronnen gebruikt voor dit artikel:

• Huurprijs ontwikkeling: www.aedes.nl
• Woonquote: Nibud en CBS
• Hypotheek: De hypotheker en businessinsider