Lokale heffingen gemiddeld 820 euro in 2021

Als huiseigenaar betaal je in 2021 gemiddeld 820 euro aan de gemeentelijke woonlasten. Dat is 54 euro meer dan vorig jaar. Er gaat 311 euro naar de ozb, 293 euro naar de afvalstoffenheffing en 216 euro naar de rioolheffing. Het verschil per gemeente is hoog. Elke gemeente kampt met haar eigen uitdagingen en financiële begroting. Hoe dat zit lees je hier. 

Onroerendezaakbelasting

De ozb gaat in 2021 gemiddeld 3,2 procent omhoog, maar de verschillen tussen gemeenten zijn fors. Zo zijn er 16 gemeenten waar de OZB wordt verlaagd, maar er zijn ook 9 gemeenten die de onroerendezaakbelasting (ozb) met meer dan 10 procent verhogen. In Bergen op Zoom, Hellevoetsluis en Middelburg ligt de stijging zelfs boven de 20 procent. Je kan op de website van de Vastelastenbond alle ozb-tarieven vinden. Als huiseigenaar ben je de gebeten hond en kun je niets aan deze stijgingen doen. Je kan geen bezwaar maken tegen de hoogte van de lokale belastingen (zoals onroerendezaakbelasting, afvalstoffenheffing, rioolheffing). Deze worden elk jaar door de gemeente bepaald en staan voor één jaar vast.

Waarom zijn er grote verschillen in de OZB per gemeente?

Het maken van een begroting voor de lokale woonlasten ligt iets genuanceerder dan op het eerste oog lijkt. Het OZB tarief is een percentage van de WOZ-waarde van je woning. Hoeveel onroerendezaakbelasting je betaalt is dus per huiseigenaar verschillend en jouw WOZ-waarde bepaalt dus hoeveel euro je moet afdragen.

Amsterdam heeft bijvoorbeeld een hogere gemiddelde WOZ-waarde, namelijk € 418.000 per woning, terwijl het landelijke gemiddelde rond de € 286.000 ligt.  Daarom rekent de gemeente Amsterdam met een lager ozb tarief dan andere gemeenten. Elke gemeente kampt met haar eigen financiele situatie en maakt een eigen programmabegroting. 

Je ziet dit jaar dat veel gemeenten de ozb-tarieven verlagen, maar dat de afvalstoffenheffing wel flink omhoog gaat (hier lees je waar dat door komt). De verschillen in de lokale woonlasten zijn groot. De gemeentelijke belastingen in 2021 variëren van 712 tot 1.036 euro.

WOZ-waarde stijgt gemiddeld 8 procent

Daar komt nog bij dat de WOZ-waarde zal in 2021 gemiddeld 8% stijgen. Om de WOZ-waarde te bepalen wordt er een waardepeildatum gebruikt. Dat is in elke gemeente gelijk en 1 januari van een jaar eerder. Op 1 januari 2020 was er nog geen corona. Dat betekent dat de waardebepaling van jouw huis 'gewoon' volgens de marktontwikkeling wordt vastgesteld. Je kan wel bezwaar maken tegen de hoogte van de WOZ-waarde. In de hoop dat de gemeente jouw woning te hoog heeft getaxeerd, worden dan de gemeentelijke woonlasten naar beneden bijgesteld.

Afvalstoffenheffing 2021 fors omhoog

Niet alleen de ozb gaat volgens jaar omhoog. Er is in 2021 een ‘fikse stijging’ van de afvalstoffenheffing. Dat komt door de verhoogde belasting die gemeenten betalen voor het storten en verbranden van restafval. We schreven al eerder een artikel over deze nieuwe Diftar regeling. Gemiddeld gaat die heffing huiseigenaren volgend jaar 7,5 procent meer kosten. 

Kanttekening petitie VEH

Veel gemeenten hebben al aangekondigd deze belasting te verhogen om tekorten in de begroting te kunnen dekken. Deze belasting verhogen is samen met het bezuinigen op publieke voorzieningen de enige manier om meer geld te genereren. VEH vindt het onterecht dat de ozb wordt verhoogd om de tekorten van de gemeente te dekken. Op die manier betalen volgens de organisatie alleen huiseigenaren mee aan de stijgende zorgkosten van de gemeente. De VEH wil dat de Rijksoverheid de gemeenten tegemoet komt en geld geeft. De petitie daarvoor is inmiddels ruim 135.000 keer ondertekend. Maar ook dit ligt iets genuaneerder. Veel gemeenten zitten in de financiële problemen door de toenemende kosten van onder meer de wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) en de jeugdzorg.

Gemeenten staan met de rug tegen de muur. Niet alleen zijn er meer taken bij de gemeente komen te liggen, maar ook is de regelgeving rondom de ozb en afvalstoffenheffing voor komend jaar aangepast. Het is heel lastig voor gemeenten om in deze zware omstandigheden toch vooruit te kunnen.