Koopkrachtakkoord van circa 16 miljard euro moet economie uit slop trekken

Het complete bedrag dat voor het steunpakket is uitgetrokken, bedraagt ongeveer zestien miljard euro. Dit geldbedrag is opgebouwd uit incidentele (eenmalige) uitgaven en structurele (langjarige) uitgaven. Dit gaat er veranderen in 2023:

Het minimumloon stijgt per 1 januari met tien procent. Dit betekent dus dat onder meer uitkeringen zoals de AOW en de bijstand volgend jaar ook tien procent hoger uitvallen.

Lagere inkomens ontvangen in 2023 een energietoeslag van 1.300 euro. Dat geldbedrag wordt uitbetaald via de gemeenten. Deze maatregel wordt verlengd en geldt dus ook volgend jaar.
 

Zowel de huurtoeslag als de zorgtoeslag stijgen. De zorgtoeslag gaat volgend jaar met 412 euro omhoog wat neerkomt op ongeveer 35 euro per maand. Het kindgebonden budget gaat ook omhoog en daarvoor wordt 750 miljoen euro uitgetrokken.

Ook automobilisten worden bijgestaan in deze dure tijd. Sinds april dit jaar wordt er zeventien eurocent korting gegeven op een liter benzine en betaal je elf cent minder voor een liter diesel. Deze korting op de accijns blijft in elk geval tot 1 juli 2023 van kracht.
 

De inkomstenbelasting in de eerste schijf gaat volgend jaar omlaag. Daarnaast wordt de arbeidskorting, een belastingkorting voor werkenden, met 500 miljoen euro verhoogd. Dit betekent dat mensen met een baan van deze maatregel profiteren en beloond worden voor hun inzet.
 

Studenten krijgen een hogere uitwonendenbeurs. Deze maatregel geldt in elk geval een jaar. Het kabinet trekt hier 250 miljoen euro voor uit. Ook wordt er hard gewerkt om het tekort aan studentenhuisvesting in Nederland te verkleinen. Het kabinet presenteert in samenwerking met gemeenten, onderwijsinstellingen, woningcorporaties, particuliere beleggers én studenten het Landelijk actieplan studentenhuisvesting 2022-2030. Met dit actieplan willen de partijen tot een uitbreiding van 60.000 betaalbare studentenwoningen over een periode van acht jaar komen.
 

De mijnbouwheffing is een belasting op de winning van olie en gas en is specifiek gericht op energiebedrijven. Deze bedrijven krijgen te maken met een forse verhoging van deze belastingvorm. Volgend jaar moet deze belastingverhoging ongeveer twee miljard euro opleveren. Het doel is om energiebedrijven die nu forse winsten maken zwaarder te belasten.  
 

Volgend jaar wordt de zelfstandigenaftrek - een belastingvoordeel voor zzp'ers - versneld afgebouwd. Het kabinet wil daar volgend jaar 170 miljoen euro mee binnenhalen.
 

De vennootschapsbelasting – een belastingvorm bedoeld voor bedrijven – schiet in 2023 omhoog. Het tarief stijgt van vijftien procent naar negentien procent. De schatkist wordt daarmee met 1,5 miljard euro gevuld.

Ook de belasting op vermogen stijgt. Het tarief in box 3 gaat omhoog waardoor het kabinet volgend jaar 100 miljoen euro hoopt binnen te harken. De komende jaren moet deze belastingverhoging structureel 300 miljoen euro opleveren.

De overdrachtsbelasting op de verkoop van gebouwen stijgt niet alleen voor woningen maar ook voor bijvoorbeeld bedrijfspanden. Dat levert 130 miljoen euro op. Ook verhuurders van vastgoed moeten in 2023 dieper in de buidel tasten. De aanpak van vastgoedconstructies en verschillende fiscale regelingen moet over een aantal jaren 500 miljoen euro opleveren. 
 

Zogenoemde dga’s - directeuren en grootaandeelhouders - gaan er volgend jaar iets op achteruit omdat zij meer belasting moeten betalen. Het kabinet is voornemens om een plan van PvdA en GroenLinks in te voeren om de doelmatigheidsmarge af te schaffen. Deze regeling zorgt ervoor dat dga's minder belasting hoeven te betalen over hun inkomen in vergelijking met werknemers met een vergelijkbaar loon. Deze belastingverandering levert 540 miljoen euro op.