“Wij helpen je graag met je vaste lasten”
Het goed regelen van je vaste lasten levert geld én gemoedsrust op. Toch controleren weinig mensen jaarlijks alle contracten en polissen. Het is moeilijk en het ontbreekt je vaak aan tijd en motivatie. Dat is zonde!
Dirk-Jan Wolfert | Algemeen directeur Vastelastenbond
Met de Vastelastenbond bespaar je op alle vaste lasten
Gemiddelde besparing op al je vaste lasten
De overheid moet bij de invoering van marktwerking meer oog hebben voor de consument. Die conclusie trekt het kabinet op basis van de ervaringen in onder meer de energiesector, in een onderzoeksrapport naar marktwerking. Minister Maria van der Hoeven heeft het rapport maandag naar de Tweede Kamer gestuurd. In de uitgebreide studie werden elf sectoren onderzocht waarin de afgelopen tijd marktwerking is geïntroduceerd. Naast energie zijn dat luchtvaart, telecom, post, spoorgoederenvervoer, decentraal OV, curatieve zorg, reïntegratiediensten, kinderopvang, taxivervoer en notariaat. De hoofdconclusie is dat marktwerking in een aantal gevallen goed heeft gewerkt, maar ook in een aantal niet. "Het geloof in de markt is in het verleden wel eens te groot geweest", aldus minister van Financiën en vice-premier Wouter Bos vrijdag na de ministerraad. Van der Hoeven schrijft de Tweede Kamer dat het kabinet zes lessen trekt uit het onderzoeksrapport. Duidelijk wordt in ieder geval dat dit kabinet (zonder de VVD in de gelederen) minder enthousiast is over marktwerking dan zijn voorgangers. Een van de conclusies, deels gebaseerd op de energiemarkt, is dat niet altijd vanuit de burger is gedacht. Er wordt bijvoorbeeld weinig geswitched, omdat het prijsverschil dat een individuele burger kan behalen te klein is. Daardoor gaat een welvaartseffect, dat voor de hele maatschappij wel groot is, in rook op. Elke sector is uitgebreid onder de loep genomen in het onderzoeksrapport. Het onderzoek werd verricht door ambtenaren van verschillende ministeries, begeleid door een externe commissie. Over de marktwerking in de energiesector is de studie redelijk positief. Het aantal producten is toegenomen, de doelmatigheid verbeterd en de prijs is gedaald. Dat laatste natuurlijk niet in absolute getallen. Maar de onderzoekers hebben berekend hoe de 'kale' prijs van elektriciteit en gas zich ontwikkelde, zonder belastingen en de prijsstijgingen van grondstoffen. Over de invloed van marktwerking op de tevredenheid van klanten over de energieleveranciers, kunnen de onderzoekers weinig zeggen. Er zijn geen cijfers van voor de liberalisering bekend. Wel is het rapportcijfer dat consumenten hun energiebedrijf geven in lijn met dat van banken en verzekeraars. Consolidatie, een bekend gevolg van marktwerking, zette in de Nederlandse energiesector al in voor de liberalisering van 2004 (voor de kleinverbruikersmarkt). In 1987 waren er 134 (gemeentelijke) leveringsbedrijven, in 1995 was dat aantal al gereduceerd tot 36. Momenteel bezitten 39 bedrijven een leveringsvergunning voor elektriciteit en 30 voor gas. Al is dat aantal ietwat vertekend, want bijvoorbeeld Nuon, Essent, Eneco en Electrabel hebben er twee en veel andere vergunningshouders, zoals bijvoorbeeld Centrica en HVC Energie, zijn nauwelijks actief op de kleinverbruikersmarkt. De werkgelegenheid in de energiesector is afgenomen sinds de liberalisering, met gemiddeld 3,3% per jaar. Al is niet duidelijk hoeveel banen zijn uitbesteed aan dienstverlenende bedrijven. Dat zou het beeld kunnen vertekenen. Maar dat de werkgelegenheid daalt, staat ook na die nuancering als een paal boven water voor de onderzoekers. De redenen zijn productiviteitsverbetering, schaalvergroting en de al genoemde uitbesteding (outsourcing). Vooral banen van lager opgeleide werknemers met een technische achtergrond zijn verdwenen. In de handel en marketing zijn juist meer banen gecreëerd, voor hoog opgeleid personeel. De opstellers van het rapport halen een studie aan naar het sociaal beleid van Nuon, als voorbeeld voor de energiesector. Dat beleid wordt getypeerd als "zorgvuldig, maar in de loop der tijd minder ruimhartig en met minder garanties". Problemen signaleert het onderzoek ook voor de energiesector. Zo steeg het aantal afsluitingen explosief, tot de overheid ingreep. Nu is het aantal afsluitingen weer erg laag. Bovendien is de marktmacht van een aantal grote bedrijven te groot. Dat is echter geen typisch Nederlands probleem, maar iets dat bijna overal in Europa speelt. Ten slotte 'de dynamiek in de markt'. Er stappen vrij weinig mensen over naar een andere energieleverancier, terwijl dat toch een van de peilers is waar marktwerking op rust. Ook dit is volgens het onderzoek geen typisch Nederlands probleem. In vergelijking met andere markten is het cijfer weliswaar laag, maar in vergelijking met de energiemarkten van buurlanden valt het mee. In Duitsland en Denemarken liggen de switchpercentages even laag. In Groot-Brittannië, Zweden en Noorwegen stappen twee tot drie keer zo veel mensen over. De verklaring voor het lage percentage is volgens het rapport dat energie een 'low interest-product' is. Concurrentie op kwaliteit is onmogelijk en er is geen 'natuurlijk switchmoment'. De telecommarkt kent dat bijvoorbeeld wel: als iemand aan een nieuwe GSM toe is. De angst voor administratieve problemen speelt mogelijk ook mee. Copyright©, Energeia, 2008
Schrijf je in voor onze nieuwsbrieven. Zo ben je altijd op de hoogte van wat er gebeurt in de vaste lasten wereld. En we geven de beste tips om zelf te besparen op jouw vaste lasten.
Reacties
Er zijn nog geen reacties geplaatst. Jij kan de eerste zijn!
Plaats een reactie