Het veelbesproken artikel 18

Artikel 18 is een veelbesproken onderwerp uit de nieuwe zorgwet. Dit artikel maakt het mogelijk voor alle rechtspersonen om collectief zorgverzekeringen aan te gaan bieden. Voorheen kon alleen een werkgever dit doen.

Een verzekeraar mag een maximale korting bieden van 10% (wettelijk vastgesteld) en op de aanvullende verzekering nog meer. Dus wat is een typisch Hollandse reactie hierop: de collectieven springen als paddestoelen uit de grond. En waarom ook niet, collectieven hebben een financieel voordeel, maar er zijn ook nog secundaire voorwaarden die bij een verzekeraar bedongen kunnen worden. Te denken valt aan een contactpersoon of apart telefoonnummer (gratis) of problemen die met voorrang worden opgelost, et cetera.

Verzekeraars zijn nu aan het vechten met de politiek om dit wetsartikel aan te passen/ongedaan te maken. Zij stellen dat iedereen binnen een korte tijd in een collectief kan worden geschaard. Dit heeft als gevolg dat verzekeraars iedereen 10% korting moeten geven. Verzekeraars hebben minder kosten (efficiëntie van administratie en inkoopvoordeel), maar dat weegt niet op tegen de 10% korting. Het gaat dus ten koste van de winst en reserves. Wat doen verzekeraars in zo’n geval? De prijzen verhogen. Dus de collectiviteit levert geen kostenvoordeel voor de consument op.

Wij zien dit echter anders. Door de marktwerking zullen verzekeraars hun prijzen niet zo snel gaan verhogen. Maar al zou dat zo zijn dan heeft een collectief toch het voordeel van de secundaire voorwaarden. Goede service, afspraken die nagekomen worden en een collectief heeft de mogelijkheid om van verzekeraar te wisselen. Als collectief kunnen verzekeraars dus scherp gehouden worden.

Binnenkort kunt zich ook bij de Vastelastenbond vrijblijvend opgeven voor een collectieve zorgverzekering. Wij doen onderzoek naar alle verzekeraars en we gaan een korting bedingen. Daarnaast houden we toezicht op de polisvoorwaarden. We bieden hier binnenkort aandacht aan in onze nieuwsbrief.